top of page

Eigen plek, slapen en soezen

Je hebt voordat je varken bij je thuis komt bedacht of je het in huis of buiten zijn vaste plaats wilt laten hebben.

 

Buiten

Buiten zorg je voor een tochtvrij, geïsoleerd hok met bijvoorbeeld een plastic flap ervoor, zodat het varkentje echt kan schuilen tegen lelijke weersinvloeden. Aan het hok zit een betegelde uitloop (voor natuurlijke hoefslijtage) wat het domein van het varkentje mag worden (of dat nu een deel van de tuin is of de hele tuin dat ligt aan jezelf). In het hok leg je stro waar het varkentje een nest (ketel) van kan bouwen. Geen dekens want die worden vochtig! Zomers moet er een schaduwplek zijn, het liefst met een (kinder)zwembad waarin het varken kan afkoelen bij erg warme dagen.

Binnen

Binnen zorg je voor een bench met een mandje met dekens en een kleine uitloop (max 2-3 m2) aan de bench waar zijn drink- en voerbakken staan en eventueel een kattenbak of ander hoekje is waar hij zijn behoeften kan doen, zo ver mogelijk weg van eet- en slaapplek. De eerste dagen zullen er ongelukjes gebeuren omdat het varkentje nog geen nieuw stramien heeft. Ook al zijn varkens zindelijk van nature. Het is belangrijk ze direct te laten zien waar ze hun behoefte mogen doen (dit geldt voornamelijk binnen, buiten zal het varken zelf een plek zoeken ver weg van zijn eet- en slaapplaats). Het wennen aan het nieuwe huis en de nieuwe routine voor zindelijkheid gaat beter als je het varken niet direct de beschikking geeft over het hele huis, maar een beperkte bewegingsvrijheid geeft. Vandaar de bench met kleine uitloop voor een big of bijvoorbeeld 1 kamer in huis die je voorlopig als veilig onderkomen hanteert voor een grotere herplaatser die je binnen wilt houden. Je zult zien dat dit al snel een veilige plek wordt en het varken van daaruit makkelijk uitstapjes gaat maken om de rest te ontdekken.

 

 

Wennen gaat beter met een veilige, eigen plek

De eerste dagen geef je je varken de tijd om te wennen aan zijn nieuwe eigen plek; of het nu zijn nieuwe buitenhok is of zijn bench binnen. Als je het eten of drinken geeft dan praat je met een zachte stem en beweeg je langzaam om het varken heen. Alles wat van “boven” komt is eng. Enerzijds omdat varkens prooidieren zijn en dus altijd op hun hoede voor gevaar en anderzijds omdat het gezichtsvermogen van varkens niet hun beste zintuig is. Ze ruiken en horen beter dan dat ze zien. Hou daar rekening mee!

 

Als je varken wat stoerder en zelfverzekerder wordt zet je op een aantal momenten op de dag de bench of kamerdeur open (let op nog steeds niet met andere dieren in de buurt! Gebruik daar echt de 14 dagen wen-tijd voor). Laat het als het wil op onderzoek gaan, ga op de grond zitten en lok het met wat lekkers naar je toe. Beloon overmatig, praat zachtjes. Doel van deze dagen is het vertrouwen winnen van het varken. Hij mag bepalen of hij naar je toe komt of dat je nog wat meer geduld moet hebben.

 

 

“Luie” varkens

Varkens slapen en soezen gemiddeld evenveel als katten. Zo’n 70% van de dag (incl. de nacht). Een eigen plek is ook daarom van belang. Als het varken aan je gewend is zal het je opzoeken om bij je te komen liggen (mits hij dat van je mag natuurlijk).

Varkens houden van nesten maken, ze slapen graag onder stro of dekens en je zult ze dan ook vaak dingen zien meeslepen naar hun eigen nest (ketel). Ook kun je ze zien graven in dekens of hun mand om alles precies zo te schikken dat ze er lekker onder weg kunnen duiken. Als er meerdere varkens zijn, zullen ze samen in een ketel slapen, buik aan buik of kop aan staart.

bottom of page